In het op 9 september 2015 uitgebrachte manifest pleit de NRTO voor een Nationaal Opleidingsfonds voor volwassenen. De huidige en toekomstige tijd vraagt meer van werkenden dan alleen een goede (initiële) mbo of hbo opleiding. Ook daarna moet je je blijven ontwikkelen om je baan te kunnen behouden.
Door via een fonds onderwijs- of leerrechten beschikbaar te stellen, kan de overheid direct investeren in onze kenniseconomie en scholing aantrekkelijk maken voor volwassenen. Werkgevers en werknemers kunnen via cao afspraken of andere scholingsafspraken zorgen voor middelen die meegenomen kunnen worden door de werknemer en niet meer sectorgebonden zijn.
Volwassenen krijgen daardoor veel meer mogelijkheden om het heft in eigen hand te nemen en invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van hun eigen loopbaan en het behoud van hun baan. Door dit fonds kan de deelnemer zelf kiezen waar en in welke vorm hij de opleiding of training wil volgen en waar hij behoefte aan heeft.
Van aanbod naar vraagfinanciering
Het Nederlandse onderwijs kent een systematiek van aanbodfinanciering: de financiering loopt via de scholen. De deelnemer ziet die kosten niet. Voor het initieel onderwijs is dat ook logisch. Iedereen heeft recht op initieel onderwijs en binnen leeftijdsgrenzen geldt een wettelijke leerplicht en andere wetgeving. Dus betaalt de overheid de aanbieder van onderwijs.
Maar voor het opleiden van werkenden moet dat volgens de NRTO anders zijn. Dan gaat het om individuele belangen van werkenden om hun loopbaan te bevorderen. Dan gaat het om individuele belangen van werkgevers om te kunnen beschikken over zo adequaat mogelijk opgeleid personeel. Dan gaat het om maatwerk bij elke individuele deelnemer.
Dan behoort dus ook het accent verplaatst te worden van aanbodfinanciering naar vraagfinanciering. Van financiering onderwijsgever naar financiering onderwijsnemer zonder dat het de overheid meer geld kost.